Bestemd voor |
instrumentalisten en andere belangstellenden |
Locatie |
Akoesticum, EdeNieuwe Kazernelaan 2 D42 6711JC Ede T 0318-304 349 E info@akoesticum.orgW https://www.akoesticum.orgRouteplanner: Google MapsAkoesticum is een nationaal trainingscentrum voor de podiumkunsten, dat is gehuisvest in de Frisokazerne op het voormalige defensieterrein in Ede naast het Nationale Park De Hoge Veluwe. Er is een groot auditorium, twee ruime tuinzalen, acht studio's en nog enkele zalen. Het biedt eenvoudige overnachtingsfaciliteiten (148 bedden) en maaltijden uit eigen restaurant. Zelf meegebrachte consumpties mogen in het gebouw niet genuttigd worden. Voor onze cursussen staan tweepersoonskamers ter beschikking. Op het inschrijfformulier kun je een eenpersoonskamer reserveren, dan heb je het alleengebruik van een tweepersoonskamer. Hiervoor is een toeslag verschuldigd. We zijn blij met iedereen die een kamer wil delen. De slaapkamers zijn met een lift bereikbaar. Op elke kamer is sanitair aanwezig! Dekens/dekbed, kussen plus laken/handdoekenpakket liggen klaar op de kamer. Alleen nog even zelf het bed opmaken. Alle zalen om in te musiceren bevinden zich op de begane grond. Akoesticum is heel makkelijk te bereiken met het openbaar vervoer en ligt pal naast het NS Station Ede-Wageningen. Er is ook een ruime parkeerplaats waar gratis geparkeerd kan worden. |
Prijs |
Derden: € 200,00 /
Leden: € 180,00
/ T/m 30 jaar: € 90,00
|
Muziek komt tegenwoordig overwegend in lichte gedaante tot ons. Deze serie muziekgeschiedeniscolleges (met luistervoorbeelden op piano en van cd’s) over de klassieke sonate biedt daaraan een mooi tegenwicht. Docent Erik Visser belicht de verschillende gestaltes van de sonate door de eeuwen heen. De sonate kwam voort uit het meerstemmige lichte chanson van de vroege zestiende eeuw. Vanaf ca. 1550 verdreven blazers de zanger, de zeventiende-eeuwse strijker verdrong op zijn beurt weer de zestiende-eeuwse blazer. Al die tijd is de sonate polyfone muziek. Alsof de tekst onveranderlijk het beginpunt van het componeren was gebleven (wat trouwens niet het geval is). Rond 1670 volgt een wisseling van techniek: de melodische lijnen (met het polyfone klankbeeld als resultaat) maken plaats voor akkoorden en harmonieën. De sonate wordt dan geschreven volgens de regelen van het, inmiddels meegegroeide, contrapunt. De dans doet haar intrede in de sonate! Dat is een baanbrekende omslag die bepalend is voor de latere sonate... meer informatie Muziek komt tegenwoordig overwegend in lichte gedaante tot ons. Deze serie muziekgeschiedeniscolleges (met luistervoorbeelden op piano en van cd’s) over de klassieke sonate biedt daaraan een mooi tegenwicht. Docent Erik Visser belicht de verschillende gestaltes van de sonate door de eeuwen heen. De sonate kwam voort uit het meerstemmige lichte chanson van de vroege zestiende eeuw. Vanaf ca. 1550 verdreven blazers de zanger, de zeventiende-eeuwse strijker verdrong op zijn beurt weer de zestiende-eeuwse blazer. Al die tijd is de sonate polyfone muziek. Alsof de tekst onveranderlijk het beginpunt van het componeren was gebleven (wat trouwens niet het geval is). Rond 1670 volgt een wisseling van techniek: de melodische lijnen (met het polyfone klankbeeld als resultaat) maken plaats voor akkoorden en harmonieën. De sonate wordt dan geschreven volgens de regelen van het, inmiddels meegegroeide, contrapunt. De dans doet haar intrede in de sonate! Dat is een baanbrekende omslag die bepalend is voor de latere sonate. De hoofd- of sonatevorm bestaat uit een herhaalde expositie en een herhaalde doorwerking en reprise. Een eerste stap in deze richting zetten Arcangelo Corelli (1653-1713) en zijn tijdgenoten. De term ‘klassieke sonate’ dateert uit de Weense klassieke stijlperiode (1770-1827) met als belangrijkste componisten Haydn, Mozart en Beethoven. De klassieke sonate is een voorbeeldig mengsel van vocale en instrumentale, ernstige en (ja!) lichte, originele en clichématige, rustige en bewegelijke aspecten. Na het sonatehoogtij van de Weners beleefde het genre in de Romantiek nog een nabloei. In de twintigste eeuw komt het accent weer meer op het spelelement te liggen: zo schreef Claude Debussy (1862-1918) in zijn laatste jaren nog drie sonates voor ensemble. |
Erik Visser studeerde hoofdvak orgel bij Bernard Winsemius en bijvak klavecimbel bij Thérèse de Goede aan het voormalig Hilversums Conservatorium. Ook studeerde hij muziekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam bij Prof. dr. F.R. Noske en Prof. dr. C.J. Maas. Vanaf 1976 tot de opheffing eind 1988 was hij werkzaam als assistent van Prof. Dr. J.M.A.F. Smits van Waesberghe aan diens Instituut voor middeleeuwse muziekwetenschap te Amsterdam. In de jaren 1990-2007 werkte hij als beheerder van de zeventiende-eeuwse orgels in de Nieuwe Kerk te Amsterdam en als organisator van hun bespeling. Tussen 1989-2017 doceerde hij aan de Hogeschool Schumann Akademie (Zwolle) het vak muziek- en cultuurgeschiedenis, en in de jaren 2008-2019 muziekgeschiedenis aan Codarts Muziektheaterakademie (Rotterdams Conservatorium). In september 2019 nam hij, na ruim dertig jaar, afscheid als organist van Vrijburg te Amsterdam (samenwerking van Remonstrantse Gemeente en Vrijzinnige Protestanten). |
Misschien vind je deze cursussen ook interessant: |